door T. Austin-Sparks
Hoofdstuk 7 - Het Leven dat Overwint
“Ik ben … de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk” (Op. 1:17,18).
“En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren …” (Eng. vert. “vier levende wezens” Op. 4:6).
Als we deze schriftplaatsen bekijken in hun context en in het licht van het hele boek Openbaring, dan zien we hoe ze spreken van een geweldige overwinning. Uiteraard is het boek Openbaring, dat de climax van de bijbel is, het boek van de uiteindelijke overwinning van het Lam. Hier zien we een absolute overwinning op elk terrein. Maar die overwinning moeten we zien in het licht van degene die zegt: “Ik ben de levende” en van de vier levende wezens, en het is duidelijk dat het om leven gaat. Het is de overwinning van het leven.
Deze woorden van de Here zelf spreken van een immense triomf. “Ik ben de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.” Dat is een overwinning, de overwinning van het leven door de Levende. Dat geldt ook in het geval van de vier levende wezens. Eindelijk zijn we dan aangeland in de hemel, in de troon! Het is een geweldige overwinning. Het is de uitkomst van een immense en langdurige strijd – de strijd om het leven, die in de hof begon en hier in Openbaring beëindigd wordt.
Leven – waar het om gaat in de bijbel
We kunnen de bijbel verdelen in een aantal secties die elkaar geestelijk opvolgen. En allemaal, van het begin tot het einde, gaan ze om dat ene punt, leven. Alle moeiten, alle moeilijkheden en alle strijd hebben hiermee te maken. Al die bijbelgedeelten zijn slechts aspecten van dat ene onderwerp en die ene strijd.
I. IN HET OUDE TESTAMENT
A. Aspecten van het leven
Er is allereerst een kort inleidend gedeelte, dat dit onderwerp van het leven en de strijd daaromtrent inleidt: de eerste drie hoofdstukken van Genesis. Wat plaatsvindt in de hof heeft alles te maken met dat leven, dat eeuwige leven en wordt symbolisch aangegeven met de boom des levens. En zo begint de strijd. Het is een langdurige strijd die zich voortsleept door alle eeuwen heen, door de hele bijbel heen, totdat we aan het einde komen. Maar het einde is de overwinning van de boom des levens! Het leven heeft overwonnen.
1) Verzoening, de priester
Het eerste belangrijke gedeelte van het Oude Testament loopt van Genesis 4 tot het eind van Deuteronomium en geeft ditzelfde onderwerp in een nieuwe vorm. Het is de test betreffende het leven, nu niet in het geval van individuele mensen, maar in collectieve vorm. Eerst van het menselijk geslacht en dan van het volk. Dit gedeelte gaat grotendeels over de veertig jaar van Israël in de woestijn. Het getal veertig duidt altijd op een periode van testen, van beproeving. En dit gedeelte is de geschiedenis van een volk dat getest wordt met betrekking tot leven. Maar hier is leven verbonden met verzoening; dat is het centrale thema. De symbolen van deze periode zijn de priester en het altaar. Centraal staan het grote feest, de grote offeranden, het verzoendeksel en het bloed der besprenging. De hele kwestie van leven berust op verzoening en het volk wordt op dat punt op de proef gesteld. Aan het slot van Deuteronomium is het volk in de dood: het hele volk, op twee na, komt om in de woestijn. Ze hebben de toets niet doorstaan. De waarde van het grote verzoenende werk heeft hun geen overwinning gebracht.
2) Gezag, de koning
Het tweede gedeelte loopt van Jozua tot Esther. Het leven wordt nu op andere wijze getoetst. Het allesbeheersende element is nu gezag. Het begint meteen in het boek Jozua, als Jozua een man ziet staan met een uitgetrokken zwaard, die zegt dat hij de vorst van het heer des Heren is, aan wie Jozua zich moet onderwerpen. Op dat moment is de hele kwestie: wie heeft het gezag. Het symbool van deze hele periode is de troon en de koning, en dat heeft alles te maken met leven. Het punt van leven is nu verbonden met goddelijk gezag onder het volk van God. De hemelse heerschappij is nu in hun midden gevestigd.
3) Herstel, de profeet
We slaan nu even het gedeelte van Job tot en met het Hooglied over en gaan naar het laatste gedeelte van het Oude Testament, van Jesaja tot Maleachi, dat weer een ander aspect naar voren brengt: de test van de oproep van de profeten. En wat is die oproep? Het volk is afgeweken van God, hun geestelijk leven is op een laag niveau. De oproep van de profeten is de oproep om tot de Here terug te keren en het volk wordt getoetst door deze oproep van de profeten. Het symbool hier is de profeet, de man. En de uitkomst van de test is opnieuw de dood, omdat het leven opnieuw afgewezen werd.
B. Het kruis, de grondslag van leven
Samengevat zien we dat het Oude Testament ons leert dat de volheid van leven zoals God de mensen wil doen ervaren, is gebaseerd op het werk van het kruis, de grote, heerlijke verzoening en het plaatsvervangend werk van Hem die dood is geweest en levend geworden. We kunnen niet genoeg benadrukken dat er slechts één ding van wezenlijk belang is, voor God en voor de mens, en dat is de kwestie van eeuwig leven. Leven en volheid berust dus in de eerste plaats op het kruis en wat het kruis betekent. Wij kunnen dat leven alleen kennen en bezitten en daarin groeien als het kruis de grondslag is in ons leven als een toegepaste realiteit. Als het niet slechts een leerstelling is die we aanvaarden en waar we mee instemmen, maar iets wat een krachtig werk in ons doet.
Want het kruis staat tegenover wat er in Genesis gebeurde. In de hof werd de hele natuur van de mens veranderd. Hij werd een ander schepsel dan wat God gemaakt en bedoeld had. Alles ging mis en er is voor hem geen oplossing, hij kan niet genezen worden. Als hij dat leven terug wil hebben dat hij verspeeld heeft, moet hij sterven en de nieuwe mens moet binnenkomen, een ander mens, naar Gods hart en bedoeling. Dat is de boodschap van het kruis: de zonde verzoend, de zondaar uit de weg, plaats makend voor de nieuwe mens.
1) Het altaar
Het ontvangen van dat leven is gebaseerd op het kruis, maar ook onze groei. We hebben gezegd hoe in de tempel van Ezechiël een rivier via het altaar stroomt. Leven is altijd ten nauwste verbonden met het altaar, en dat blijft zo tot het einde toe. In de mate waarin u en ik de wet van de dood van Christus in ons laten werken, in diezelfde mate, en in die mate alleen, zal de wet van de opstanding van Christus in ons werken. Die twee gaan altijd samen. Meer dood betekent meer leven – een diepere dood, een dieper leven. De Geest van God is heel praktisch en houdt dat in evenwicht.
2) De troon
Maar hier blijft het niet bij. Leven hangt ook af van het absolute gezag van de Heer in ons leven. Behalve het altaar is ook de troon wezenlijk – volledige onderwerping aan de heerschappij van Christus. Ten tijde van de koningen hing alles af van het koningschap. Als dat was zoals God bedoelde, was er overvloedig leven! Denk aan de laatste jaren van David en de veertig jaar van Salomo’s regering. Wat een leven! Wat een volheid! Wat een demonstratie van de heerlijkheid die volgt als God Zijn troon op zijn plaats heeft, als de regering naar Zijn hart is, als het volk blij is met zijn koning en hem als zodanig eert, en hem volkomen onderdanig is!
Maar als het mis gaat met de troon, als het koningschap ontaardt, verandert alles. Laten we koning Uzzia als voorbeeld nemen. In het begin van zijn regering was alles goed en het bleef zo, totdat… Totdat hij voorspoedig was! O, het gevaar van voorspoed! Toen werd zijn hart trots en hij werd iemand; het zelfleven en het ‘ik’ staken de kop op. En het einde van Uzzia, een groot koning, was dat hij stierf, door God geslagen met melaatsheid. De troon werd door het slijk gehaald. Maar dan… “In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon” (Jes. 6:1). Tegenover een corrupte troon en eenzelfde toestand van het volk, zien we een hemelse troon opgericht. De test van het leven hangt nu samen met de troon.
Het is duidelijk dat dit een heel praktische toepassing heeft. De heerschappij, het gezag, de troon van de Here is niet zomaar een abstract idee. Het is een heel praktisch iets en heeft alles te maken met de tempel, het huis van God. Leven hangt ten nauwste samen met onze volledige onderwerping aan het gezag van de Here in Zijn huis, dat is Zijn gemeente, in Zijn tempel, die nu een geestelijk Lichaam is. Wat een geweldige zegeningen vloeien hieruit voort. Ik heb mensen vaak horen zeggen: “Ik kan de Here niet genoeg danken voor de zegeningen die ik ontvangen heb door Zijn volk” – waar Hij Here is. Maar aan de andere kant, kijk naar het christendom waar geen Koning is en ieder doet wat goed is in zijn eigen ogen. Er is geen gezag en niemand weet wat hij eigenlijk moet doen. Het is een droevige toestand. Dat is geen leven. Leven hangt ten nauwste samen met dit punt van goddelijk gezag dat de Here zelf ingesteld heeft.
We zien in de geschiedenis van Israël dat het einde de dood was. Het ging zelfs mis met Salomo. En wat een tragedies volgden er met betrekking tot de troon! Wat een duister einde aan de periode van de koningen! En dat alles omdat de troon aan de kant werd gezet, omdat het principe van autoriteit verworpen werd.
3) De profetische bediening van herstel
Daarna volgt de periode van de profeten. Wat heeft die ons te zeggen? Dit: hier zijn mannen met een boodschap van God om het volk terug te brengen – ze te onderwijzen en op te bouwen, om hen tot een volk te maken vol van de kennis des Heren. We komen daarop terug als we naar het Nieuwe Testament gaan.
II. IN HET NIEUWE TESTAMENT
In het Nieuwe Testament, van Mattheüs tot Judas, zien we deze drie elementen in hun geestelijke tegenhangers. Tenslotte wordt in het boek Openbaring alles samengevat in volheid.
A. Aspecten van leven
1) Het kruis; de priester
In de eerste plaats de evangeliën. Waar gaat het daar om? Elk heeft zijn eigen boodschap en elk een verschillend aspect, maar ze hebben één onderwerp gemeenschappelijk: het offer van het verzoenende Lam, Christus, die de mensen wordt aangeboden als het offer voor de zonde. En dat niet alleen, maar ook als middelaar, de priester. Dat alles heeft te maken met leven: leven door Hem die Zichzelf stelt als offer, als middelaar, als verlosser. Het kruis vat de evangeliën samen.
2) De Troon, de Koning
We gaan nu naar het boek Handelingen en wat zien we daar? We zien de troon en de Koning op de troon. Hij is verhoogd, Hij is gezeten aan de rechterhand van de Majesteit in de hemelen. De Koning is daar. En wat een leven zien we in Handelingen omdat Jezus op de troon is! Strijd? Jazeker, een enorme tegenstand, maar er is overwinning omdat Hij op de troon is!
3) Onderricht en herstel: profetische bediening
Dan vinden we van Romeinen tot Judas alles waardoor Gods volk opgebouwd moet worden. Alle onderricht, al het licht, al de openbaring die we in deze brieven vinden, is bedoeld voor opbouw. Dit alles heeft te maken met leven, leven gebaseerd op het kruis, leven verbonden met het absolute gezag van het soevereine Hoofd Christus, leven samenhangend met onze groei, onze ontwikkeling tot volwassenheid, door onderricht, door de prediking van het volledige Woord van God. Dat is het centrale punt in al die brieven. Het is een kwestie van leven of dood. Dat is heel duidelijk in bijvoorbeeld Romeinen, nietwaar? En het geldt ook voor alle andere brieven.
Laten we niet denken dat het leven in ons vanzelf wel groeit – zonder dat we er iets voor hoeven te doen. Het gebeurt alleen als we onderwezen worden in de dingen van de Heer, en het licht dat de Heer geeft gehoorzamen. Als het Woord van de Here in ons midden is, en we laten ons leven er niet door veranderen, smoren we dat leven in ons. De bedoeling van al het onderwijs is dat het leven in ons toeneemt – het moet levend onderwijs zijn. Al is er nog zoveel onderricht en zijn er nog zoveel samenkomsten of conferenties, het heeft geen waarde als het niet leidt tot meer leven.
Dit correspondeert met het profetische gedeelte van het Oude Testament: het moet Gods volle raad en plan voor Zijn volk herstellen en Zijn volk daarin binnen brengen, en zo Zijn leven in hen doen toenemen.
B. De drie grondslagen van het leven
Het leven is dus gebaseerd op deze drie factoren. Dit moet heel duidelijk voor ons zijn. Het rust in de eerste plaats op de grote actieve werking van het kruis in ons leven.
In de tweede plaats rust het op de absolute heerschappij van Christus als Hoofd, heel praktisch in ons leven. Het is niet alleen maar een kwestie van Jezus Christus “Heer” noemen. Hij heeft gezegd dat sommigen Hem “Heer” noemden en niet deden wat Hij zei (Luc. 6:46). Dat was huichelarij. Nee, als Jezus Heer is, betekent dat absolute onderdanigheid en onderwerping aan Hem, en Hij maakt dat op verschillende, heel eenvoudige manieren heel praktisch.
In de derde plaats hangt de kwestie van leven samen met het weten van alles wat de Heer ons wil laten weten en van alles waarin Hij voorzien heeft. Kunnen wij dat ook niet enigermate uit onze eigen ervaring bevestigen? We wachten op de Here met Zijn Woord in de hand, misschien mediteren we over een bekend gedeelte en dan plotseling zien we iets wat we nog nooit eerder gezien hadden, en dat zien brengt leven voort. Het doet iets! Ik ken dat uit mijn eigen leven. Iets wat ik al heel vaak gelezen had, kreeg plotseling een nieuwe betekenis die ik niet eerder gezien had en het deed de rivier van leven stromen. Het betekent leven voor ons en dat is wat de Here bedoelt.
Het leven hangt dus samen met ons kennen en al deze brieven in het Nieuwe Testament geven ons kennis. Paulus zegt ons telkens weer heel duidelijk dat het de bedoeling van de Heer is dat wij de volle kennis van Zijn Zoon bereiken. In het Grieks staat er niet gewoon “kennis”, het is volledige kennis, in de N.B.G. ook wel vertaald met rechte kennis. Er is vanaf het begin kennis die leven is. “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt” (Joh. 17:3). Dat is het begin, maar het is alleen maar het begin. Er is een verdere, diepere kennis die veel groter is en die veel meer leven betekent. En daar gaan deze brieven over.
Openbaring: overwinnend leven
We gaan nu naar het boek Openbaring en vinden alles daar terug. Alles, van Genesis tot Maleachi, wordt hier samengevat. Elke test heeft zijn definitieve antwoord gekregen. De duivel is uitgeschakeld. Het antwoord op de zonde was “het Lam dat geslacht is” (Op. 5:12). Het definitieve antwoord op alle anarchie en rebellie is gegeven – de Koning is op de troon, in het volle licht. “Zeven vurige fakkels branden voor de troon, dit zijn de zeven geesten Gods.” En de vier levende wezens (N.B.G. dieren), vol ogen van voren en van achteren – symbool van volmaakte kennis, volmaakt zien, volmaakte openbaring – staan overwinnend om de troon (4:5,6). Hier is de overwinning van de Zoon door het kruis; hier is de heerschappij van de heilige Geest, de geest des levens. De hele bijbel is hier in Openbaring samengevat. Er is nu volheid van leven, overwinnend leven. Het laatste beeld in Openbaring is: “En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam” (22:1).
Het volk van God; de belichaming van Zijn opstanding
Als dit waar is en geen theorie of mooie ideeën, dan worden wij betrokken in iets groots, in deze enorme controverse van alle eeuwen. De duivel probeert alles om te voorkomen dat iemand dit leven ontvangt en het in de kiem te smoren en uit te doven in mensen die het ontvangen hebben. Op alle mogelijke manieren probeert hij in zijn grote duivelse wijsheid dit leven tegen te houden indien mogelijk. Het einde is dat God triomfeert, maar nu is er deze strijd. En wij zijn erin betrokken omdat het om het getuigenis van Jezus gaat – dat getuigenis van overwinnend leven moet in ons vlees en bloed worden. Begrijpt u dat? De enige vraag, zowel voor de gemeente als voor individuele christenen is of de absolute overwinning van Christus in de opstanding in ons belichaamd en uitgedrukt wordt – of de opstanding van de Here Jezus niet alleen een onderdeel van onze geloofsbelijdenis is, maar deel uitmaakt van het hele wezen van de christen. Om die reden heeft de Here Zijn volk of Zijn gemeente nooit beschermd tegen zeer ernstige tegenspoed en alle mogelijke tegenstand, om de simpele reden dat het de taak van de gemeente en het volk van God is om het getuigenis van Jezus te belichamen en zo de kracht van Zijn opstanding tot uitdrukking te brengen. Als wij geestelijke mensen zijn, die wandelen in de weg van Gods voornemen, hebben we herhaalde en veelzijdige ervaringen van wat op de dood lijkt – het einde van alles.
Leven uit de dood – ervaringen van Paulus
Er zijn dingen, hetzij in onszelf of buiten onszelf om, die ons tot volslagen wanhoop kunnen brengen, tot het eind. Als er iemand was die ooit met deze kwestie van leven te maken heeft gehad, was het Paulus wel. Hij kon over opstanding spreken als niemand anders. Als je alles wilt samenvatten wat Paulus gezegd heeft over de opstanding van Jezus als een levende ervaring van de gelovige, vind je dat in Efeziërs 1:18-20. “… zodat gij weet … hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand …”
Overweldigend grote kracht in de opstanding, door Christus uit de doden op te wekken … “aan ons die geloven”. Dat is een geweldige uitspraak. De man die zoiets kan zeggen, zal toch zeker nooit iets negatiefs zeggen. En toch zegt deze man: “… zodat we zelfs aan ons leven wanhoopten, ja, voor eigen besef achtten wij ons als ter dood verwezen …” Aha, maar daar hield hij niet op. De zin gaat verder met “opdat wij niet op onszelf ons vertrouwen zouden stellen, maar op God, die de doden opwekt” (2 Cor. 1:8,9). Vanuit wanhoop in een nieuwe ervaring van opstanding; vanuit een toestand waar alles afgelopen leek te zijn en hij het zou moeten opgeven, in nog een machtige ervaring van opstanding. En het bleef niet bij deze ene ervaring. Aan het eind van zijn leven, met alles wat hij tot dan toe had gekend van de kracht van Zijn opstanding, zegt hij nog steeds: “Dit alles om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding” (Fil. 3:10). Hier zien we een man die verschrikkelijke dingen heeft meegemaakt zijn hele leven door (lees de opsomming maar van zijn ervaringen van veel doodsgevaar. 2 Cor. 11:23-27). “In doodsgevaren menigmaal”, zegt hij en hij vertelt ons hoe. En toch is hij de volkomen belichaming van overwinning over de dood – van opstanding.
Mijn punt is dit: of we het leuk vinden of niet, zo ontstaat een getuigenis en om die reden laat de Here zulke ervaringen toe voor Zijn volk. Daarom heeft Hij soms een gemeente door diepe wateren laten gaan, door schaduwen des doods. En toch, wanneer het lijkt of Satan de absolute overwinning behaald heeft en de gemeente heeft weggespoeld, dan komt ze weer tevoorschijn en dat niet alleen, maar sterker dan daarvoor. Het is het oude getuigenis van Israël in Egypte: “Maar hoe meer men hen onderdrukte, des te meer vermenigvuldigden zij zich” (Ex. 1:12). Dat is het principe van opstanding: niet alleen weer tot leven komen, maar een machtige toename. Het is de Here. Bij God hangt alles ten nauwste samen met dit wezenlijke punt, leven, zodat zichtbaar wordt wat het is. Het is onvernietigbaar leven en zo moet het gemanifesteerd worden. En u en ik, de gemeente, moeten een uitdrukking daarvan zijn, de belichaming. Dat is het getuigenis. Het is niet een aantal leerstellingen; het getuigenis is “Jezus is dood geweest en nu levend!”
Dit blijkt duidelijk uit de geschiedenis van Gods volk, op heel veel manieren, van het begin tot het einde. Bent u het eigendom van de Here, hebt u Zijn leven ontvangen? Misschien komt u meer dan eens op een punt waar u wanhoopt aan het leven, waar het lijkt alsof alles voorbij is en er geen hoop meer is. Maar geloof me, God bedoelt het niet als een einde. Gods bedoeling is dat er meer leven zal zijn dan er tevoren ooit was. Dat is Zijn manier om het getuigenis te laten klinken. Het is heel goed om tegen de duivel te strijden, maar vergeet niet dat het eigenlijke antwoord aan de vorst van de dood is dat je het leven vasthoudt. Het zijn geen woorden, het is leven. Het is niet de manier waarop we de duivel met woorden aanvallen, het is het leven in ons dat het antwoord is. Zo zien we in het boek Openbaring alles wat zich alle eeuwen door tegen de Here verzet heeft, tot volle ontwikkeling komen en daarna verbroken en vernietigd worden. Want het leven heeft getriomfeerd. Ja, het is een ernstige zaak. Het brengt heel wat strijd met zich mee, veel uren van moeite en wanhoop. Maar alleen zo is er een getuigenis van leven. We zouden dit leven niet kennen als we niet het tegenovergestelde om ons heen zagen. Dat is het getuigenis. En zo schrijft Johannes in zijn eerste brief: “Dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven” (1 Joh. 5:11,12). Dit is het getuigenis: leven.
Het herstel van het leven
Dat is de essentie van alles wat we hebben willen zeggen in deze hoofdstukken. Tenslotte zijn de “levende wezens”, met alles wat ze symbolisch betekenen in hun verschillende aspecten, levende wezens. Hun belangrijkste kenmerk is dat ze levend zijn. Bovendien heeft hun leven een machtige uitwerking. Ik ben zo blij met de betekenis van Ezechiëls visioen in dit verband. Dat was een grote hulp voor mij. Weet u, in de tijd van Ezechiël was alles misgegaan. Het volk van God had Hem de rug toegekeerd, Hem verworpen. Ze hadden zich met andere goden ingelaten – overal was afgoderij. De heerlijkheid van de Here was van hen geweken. Het was een droevige toestand. En op dat moment zien we de levende wezens, de cherubs in actie.
In de hof van Eden staan ze bij de toegang tot de hof om de weg tot de boom des levens te bewaken. In de tabernakel en de tempel zijn ze in rust op het verzoendeksel, op het voorhangsel en de gordijnen en elders. Overal zijn ze in rust. En in Ezechiël zijn ze in grote beroering. Alle dingen in dit visioen van Ezechiël spreken ervan dat er iets gedaan moet worden. Er is geen rust hier, alles is in beweging, een toonbeeld van geweldige energie. Er is bijna een geest van bezorgdheid vanwege de situatie. Deze hele kwestie van leven heeft tot een verschrikkelijk conflict geleid. Hier is een situatie waar een antwoord op moet komen. Alles wat er nu gebeurt onder het volk van God moet op de een of andere wijze overwonnen worden, omdat het van dood spreekt. En daarom worden de levende wezens bijzonder actief – ze zijn een en al actie.
Ik ben blij dat het zo is, dat als er dingen misgaan, de Here bij wijze van spreken niet bij de pakken neerzit en het opgeeft en zegt: “Het heeft geen zin, we kunnen er niets meer aan doen.” Nee, het is het moment dat de Heer reageert. Misschien heb ik het mis, maar ik heb het gevoel dat de “levende wezens” in onze tijd volop in actie komen. De Here zegt ons daardoor dat Hij het niet zomaar accepteert, dat Hij niet uit het veld geslagen is. De situatie is niet teveel voor Hem. Er komt een antwoord, het is niet het einde. Het einde wordt veel en veel beter!
Geloven we dat? Zo niet, dan kunnen we beter alles maar opgeven. Maar God is in beweging met dat ene doel voor ogen: de volle stromen van de rivier des levens, absoluut triomferend, in u en in mij. Tegenover de wanhoop aan onszelf en de hopeloze situatie zoals we die zien – hoe donker die ook is – laten we geloven dat God ondanks alles ten volle Zijn getuigenis zal hebben dat Hij Jezus uit de doden heeft opgewekt – en dat in individuele mensen en in de gemeente van Zijn uitverkorenen. Moge de Here ons helpen om het te geloven.
“Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, STROMEN VAN LEVEND WATER zullen uit zijn binnenste vloeien.”
T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.