door
T. Austin-Sparks
Voor het eerst gepubliceerd in "A Witness and A Testimony", Sep-Oct 1931, Deel 9-5. Oorspronkelijke titel: "Because of the Blood of the Lamb".
Schriftgedeelte: Zacharia 3:1-10; Openbaring 12:1-12
“En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood” (Openb. 12:11).
Eén zinsnede uit dat vers vat al het andere samen en is voldoende: “door het bloed van het Lam.”
De barensweeën voor het mannelijke kind
In de eerste plaats wil ik graag verschillende dingen samenvoegen, waarvan ik geloof dat ze de betekenis van deze woorden weergeven. Ik geloof dat het mannelijke kind uit dit hoofdstuk staat voor een deel van Gods volk in de eindtijd, dat op een bijzondere manier in de volheid van de verdienste en kracht van het bloed van de Here Jezus staat. Zoals we al vaker gezegd hebben geloven wij dat het dat volk is, die christenen, het mannelijke kind, dat God in deze tijd op een speciale manier voor Zichzelf zoekt. Dit ligt Hem zo na aan het hart dat Hij alles doet om het in het leven te roepen. Het is een groep christenen die tot een speciale verhouding met de Here zelf geroepen is, om een priesterlijke bediening te vervullen. Deze priesterlijke bediening houdt verband met het universele Koninkrijk van onze God en Zijn Christus. Ik gebruik het woord universeel hier bewust, omdat het niet alleen om een aards aspect van dat Koninkrijk gaat, maar ook om het hemelse aspect. We moeten begrijpen dat er twee kanten aan het Koninkrijk zijn, de aardse en de hemelse. Er zullen sommigen zijn die wel bij de aardse kant horen, maar niet bij de hemelse. Maar er is niemand aan de hemelse kant die tegelijk niet ook aan de aardse kant is. Als je de hemelse kant hebt, heb je beide kanten. Deze speciale groep christenen moet naar het voornemen van God in een bepaalde verhouding tot Hem gebracht worden om een priesterlijke bediening te vervullen met betrekking tot het universele Koninkrijk van onze God en Zijn Christus. Deze priesterlijke bediening heeft te maken met het Koninkrijk en de troon, de universele soevereiniteit van de Here Jezus. Deze bediening is een uitvoerend orgaan in de hemel om met Hem te heersen vanuit de hemelen, over het hele terrein van Zijn heerschappij.
We willen hiervan een Oudtestamentisch voorbeeld zien in de persoon van Samuël. U weet dat de geboorte van Samuël in natuurlijk opzicht onmogelijk was. Zijn moeder Hanna echter, doorstond geestelijke barensweeën in haar gebed voor hem. Terwijl ze daar voor het aangezicht van de Here was en onder tranen en smeken om dit mannelijke kind bad, lachte de andere vrouw van haar man haar uit, bespotte haar en keek op haar neer. Zij had kinderen, Hanna niet; en deze was daarom veracht. Door speciale tussenkomst van God kwam er een antwoord op die geestelijke barensweeën en Samuël werd geboren. Aan de ene kant werd hij geboren uit de barensweeën van haar ziel, aan de andere kant uit een rechtstreekse daad van God. God kwam tussenbeide toen de mens hulpeloos was en de natuur onmachtig. Nadat Samuël gespeend was werd hij door zijn moeder in het huis des Heren gebracht. Er staat in 1 Samuël 2:18: “Samuël nu diende voor het aangezicht des HEREN, een jongen, met een linnen lijfrok omgord” — het priesterlijke gewaad. Hij was meteen vanaf zijn kinderjaren in een priesterlijke bediening gekomen, zonder dat er eerst een aantal jaren overheen ging. God had hem daartoe bestemd, daarvoor waren de barensweeën nodig geweest. Merk op dat er van Hanna staat geschreven dat zij hem speende, niet dat hij gespeend werd op natuurlijke wijze, zoals van Isaäk staat geschreven (Gen. 21:8). Hanna deed het zo snel als ze kon, ze wachtte het natuurlijke verloop niet af. Ze deed het met de bedoeling hem zo spoedig mogelijk in zijn priesterlijke bediening te brengen. Zo werd zijn leven vanaf het begin gekenmerkt door deze priesterlijke bediening. Deze stond in verband met de troon en het koninkrijk. Samuël was het die de koning moest zalven. Samuël bracht de grote koning naar voren. Zijn priesterlijke dienst had te maken met het koninkrijk. Hij was de belichaming van die woorden uit het Nieuwe Testament: “koningen en priesters voor God”.
Hier zien we het type, een mannelijk kind. We hebben vaak gezegd dat vrouwen in de bijbel geestelijke principes vertegenwoordigen, en Hanna staat voor de geestelijke wet van barensweeën met het oog op Gods specifieke voornemen. In Openbaring 12 zien we een vrouw waarin een geest van barensweeën vaart. Deze geest komt met de bedoeling deze specifieke groep mensen voort te brengen, het overblijfsel, het mannelijk kind, geboren uit die geest van barensweeën. “Ze schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren.” De tegenstander wil koste wat het kost dit kind doden.
Zacharia 3 laat deze principes weer in een ander historisch verband zien. De hogepriester Jozua is in zijn persoon de belichaming van de priesterlijke bediening van geheel Israël, dat een koninkrijk van priesters voor God hoort te zijn. In de hogepriester zien we eenvoudig het hele priestervolk en Jozua wordt daar voorgesteld als hoofd van het priesterschap met betrekking tot het koninkrijk. Ten tijde van Zacharia was het droevig gesteld met het priesterschap, de priesterlijke bediening en de priesterlijke roeping. We zien Jozua daar staan met vuile klederen bekleed. Zo was de situatie en satan, de tegenstander, staat aan zijn rechterhand om hem aan te klagen. De rechterhand is de plaats van macht. Satan staat op die plaats van macht vanwege de vuile klederen en hij klaagt Jozua aan voor God. We komen later terug op het feit dat satan een plaats van macht inneemt als aanklager van degene die deze priesterlijke bediening moet vervullen met het oog op het Koninkrijk. Als we deze dingen samenvoegen zien we de achtergrond van deze geestelijke principes. Dan ziet u nauwkeurig waar het om gaat in dit hoofdstuk in Openbaring. “En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam.”
De kracht van het bloed: onvergankelijkheid
Wat is de grond van de overwinning, wat is de basis van die uiteindelijke triomf? Waardoor bereikt God Zijn doel? Hier staat: “door het bloed van het Lam.” Dat heeft in de eerste plaats en vooral te maken met de aard van het bloed van de Here Jezus. Ik bedoel de absolute zondeloosheid van de Here Jezus. Er was in Zijn natuur niet het minste spoort je van vergankelijkheid, zonde of bezoedeling te vinden. Daarin ligt de kracht; daarin ligt de overwinning. Voor je de werking van de kracht van het bloed van de Here Jezus kunt begrijpen moet je eerst inzien dat er absoluut geen enkele zonde in de Here Jezus gevonden werd. Hij was “een onberispelijk en vlekkeloos Lam” en hoewel Hij geboren werd uit een maagd, uit een vrouw die deel uitmaakte van het geslacht van Adam, was er een absolute scheiding tussen Maria als lid van Adams geslacht en de Here Jezus als de Zoon van God, door de rechtstreekse activiteit en werking van de Heilige Geest. Daardoor erfde Hij door Zijn geboorte niets van de zonde van Adams geslacht. Het is heel belangrijk om dat te zien. Hij werd geboren als lid van het geslacht van Adam en toch erfde Hij niet de zonde van Adam doordat de Heilige Geest tussenbeide kwam. Zo kon van Hem gezegd worden “het Heilige wat verwekt wordt” (Luc. 1:35). Zijn wezen was heilig, en Zijn bloed geeft Zijn natuur weer, Zijn leven zonder zonde, zonder enige besmetting. Daarom had de satan geen macht over Hem. “De overste der wereld komt en heeft aan Mij niets.” Hierom kon Hij de overste dezer wereld buiten werpen en hem openlijk tentoonstellen en zo over hem zegevieren in Zijn kruis. Hij kon de satan verdelgen, Hij kon het zonde probleem oplossen, omdat de zonde in Hem geen grond had. Wat een verschil met het verhaal van Zacharia 3. Daar zien we Jozua op de plaats van zwakheid, een plaats van onmacht, een plaats waar hij niet functioneert in Zijn heilige roeping, een plaats van nederlaag. En de aanklager staat op de plaats van macht, aan zijn rechterhand om hem aan te klagen! Hij kan zichzelf niet helpen vanwege zijn vuile klederen. Voordat Jozua bevestigd kan worden op de plaats van macht en voordat satan als aanklager neergeworpen kan worden, moeten deze vuile klederen verwijderd worden. Het bloed moet toegepast worden. Het bloed, het kostbare, zondeloze bloed, moet afrekenen met de zonde, omdat deze de grond en de kracht is van alle satanische activiteit, de grond waarop de aanklager kan beschuldigen. De zonde kan niet eerder vernietigd worden dan door de werking van het bloed.
De Overwinnaar
Wat is de betekenis van de toepassing van het bloed? Het is de absolute zondeloosheid van de Here Jezus als enige grond waarop we kunnen staan. Dat geeft ons gezag en macht. De volmaaktheid van Christus is de grond van ons vertrouwen, ons geloof en ons getuigenis. Als we op eigen grond staan worden we verslagen. Er is geen volmaaktheid in ons, er is niets in ons dat de satan kan uitschakelen en ons kan bevrijden van zijn aanklachten en zijn machtspositie over ons. Maar als we in Christus staan, in de gehele volmaaktheid van Zijn natuur, van Zijn wezen, in de absolute zondeloosheid van Christus zoals we dat zien in dat overgankelijke bloed, dan is er bevrijding. En zo wordt dat vergoten bloed actief en werkzaam. Dit is iets geweldigs dat de volmaaktheden van de Heer werkzaam zijn ten behoeve van ons en het antwoord zijn op alle beschuldigingen van de vijand aan ons adres. “Want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.” Waarom? Omdat ze nu niet meer op de grond van hun eigen onvolmaaktheid, zondigheid en zwakheid staan, maar op de grond van Zijn absolute volmaaktheid. Daar getuigen zij ook van: “... het woord van hun getuigenis.” “Zij hebben hem overwonnen door het bloed.” Het is een kwestie van een basis van absolute heiligheid, geen absolute heiligheid in onszelf, maar in Hem, en onze toe-eigening door geloof van alles wat de Here Jezus is als het vlekkeloze Lam van God. We kunnen dit niet te vaak herhalen. Dat is de overwinningsgrond. Geef de vijand een klein stukje van de oude Adam, van het vlees, van het zelfleven, van de zonde, en hij neemt onmiddellijk zijn machtspositie weer in en begint je aan te klagen en zowel je leven als je bediening te verzwakken. U weet dat dit waar is en als u het niet weet zult u het spoedig ontdekken. Maar als u voortdurend in de werkzaamheid van dat bloed blijft staan, voortdurend door geloof alles ontvangt wat de Here Jezus van Godswege voor u geworden is, alles in orde maakt waar de Heilige Geest u van overtuigt op grond van dat bloed, dan is de vijand uitgeschakeld, dan heeft hij zijn machtspositie verloren.
Satans tirannie verbroken
Als Gods volk dit maar inzag. Er zijn zovelen onder Gods volk in onze tijd waar satan de heerschappij over heeft. Hij doet dit door beschuldigingen aan te voeren en hen zo onder een gevoel van veroordeling te brengen. Hij berooft hen van hun vrede, van hun zekerheid, rust en hoop. U zult bemerken dat deze mensen eeuwig en altijd over hun tekortkomingen en hun zondigheid spreken. Zij zijn voortdurend met zichzelf bezig, met wat ze zijn en niet willen zijn en met alles wat ze niet zijn, maar graag willen zijn. Hun bevrijding van satan ligt daarin dat ze nieuw begrip krijgen van het feit dat de Vader absolute genoegdoening voor hen vindt in zijn Zoon en dat ze op grond daarvan door de Vader aanvaard worden. Dat is de weg van bevrijding. Zo wordt de aanklager buitengeworpen. Zo wordt de tegenstander overwonnen. Ja, het bloed is voldoende grond voor deze allesomvattende, veelzijdige, volledige overwinning. “Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam.” De eerste en belangrijkste factor waaraan het bloed zijn waarde ontleend is de onbevlekte zondeloosheid, de natuur van de Here Jezus. Er is nooit iemand op aarde geweest zoals Hij. O, ik ben zo blij dat God Zelf in Christus kwam, God kwam in Christus. Kun je God van zonde beschuldigen? Kun je Hem iets ten laste leggen? Het was God in Christus, die vlees werd, de absoluut en volledig Heilige in Wie geen zonde was. En krachtens die goddelijke natuur in haar volmaaktheid is satan verslagen — op grond daarvan. Geprezen zij God! We kunnen door geloof de verdienste van dat kostbare bloed ontvangen. Met andere woorden, de volmaaktheid van de Here Jezus kon ons worden toegeschreven. Dat is genade, het wonder van het evangelie. Als we zouden beginnen onszelf te analyseren en te ontleden zou dat een eindeloze ellende zijn. Denk u eens in wat een verschrikking — alles wat we over onszelf weten en alles wat God van ons weet: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de HERE, doorgrond het hart en toets de nieren ...”
Hoewel dat alles een feit is kunnen u en ik nu toch in de tegenwoordigheid van God staan als volmaakt, niet in onszelf, maar in Christus. Zijn absolute volmaaktheid wordt ons door God toegerekend. Ik hoop dat u mij goed begrijpt. Ik zeg niet dat wij hier op aarde ooit in onszelf zondeloosheid bereiken, maar die volmaaktheden van de Here Jezus worden ons voor God toegerekend om aan Zijn eisen te voldoen, om ons een basis te geven waarop satan geen enkel gezag meer heeft. De nederlaag van satan en de overwinning van de heiligen zijn niet het gevolg van hun inspanningen, hun moeite, hun zuchten, noch van iets anders wat zij kunnen doen. Het is alleen de mate waarin hun geloof zich de absolute volmaaktheid van Christus toe-eigent, zodat die een levende, werkzame realiteit van God wordt terwille van hen. Het is iets geweldigs om in Christus te zijn.
Volledige afzondering voor God
Het tweede punt met betrekking tot de betekenis van het bloed is een absolute afzondering voor God, en dat uit vrije wil; volledige en volkomen afzondering en overgave aan God. In de persoon van de Here Jezus vinden we op geen enkel punt een afwijking daarvan. Hij was één geheel. Hij was één. Er was geen vermenging in Hem. Je vindt nooit wol en katoen samen in Zijn geestelijke klederen. Je vindt in Hem nooit iets van die dingen die in het Oude Testament verboden werden omdat ze tegenstrijdig zijn, afwijken en geen harmonisch geheel vormen. Hij was één in gedachten, hart en wil zonder de geringste terughouding, volledig voor God. Dat was Zijn natuur die gelegen is in Zijn bloed. Zijn bloed spreekt van een leven dat zondeloos is en volledig en totaal overgegeven aan God, zonder dat er ook maar de geringste afwijking was in Zijn gedachten, verlangens, neiging of wil. Het bloed spreekt van absolute afzondering voor God. U vindt dat in het Oude Testament geïllustreerd. In Jozua 5 zien we hoe het volk naar Gilgal komt, waar de Here door Jozua de volledige besnijdenis van Israël beval. Allen die van het mannelijk geslacht waren en geboren waren in de woestijn werden te Gilgal besneden. En de Here sprak: “Heden heb Ik de smaad van Egypte van ulieden afgewenteld. Daarom noemt men die plaats Gilgal.” Gilgal betekent afwentelen. Op de dag van de besnijdenis, de dag van die symbolische daad van het vergieten van het kostbare bloed, of, zoals Paulus het in Kolossenzen 2 zegt: “Het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus”, heeft de Here de smaad van Egypte afgewenteld. Wat betekent dat, “de smaad van Egypte”? Ik vraag mij af of u wel opgemerkt hebt hoe Egypte Israël voortdurend op de hielen zit tijdens de vele dagen in de woestijn. Ik bedoel dat niet in letterlijke zin, ik bedoel dat geestelijk. Ze keken voortdurend terug naar Egypte: “Waarom toch hebt gij ons uit Egypte gevoerd om in de woestijn te sterven?” Zelfs toen Mozes de berg opging en Aäron het kalf maakte en het volk daaromheen danste en het aanbad, was dat niets anders dan Egypte. Stefanus vat het in enkele woorden samen in Handelingen 7:39: “... en wendden zich in hun hart naar Egypte.”
Hun hart was in Egypte en omdat hun hart voor meer dan de helft in Egypte was in al die 40 jaar, is de tocht door de woestijn zo'n droevige geschiedenis. Het ging op en neer, de ene dag fijn, maar de volgende dag alweer gemor en geklaag. Wat een geschiedenis! Als je het hele verhaal doorleest lijkt het alsof de heldere momenten overschaduwd worden door de donkere. Hier wordt in het Nieuwe Testament naar verwezen. Paulus schrijft aan de Hebreeën dat hun lijken in de woestijn lagen. Hij herinnerde aan de dag “... van de verzoeking in de woestijn, waar uw vaders Mij verzochten ...” Waarom faalden de Israëlieten op zo 'n verschrikkelijke wijze? Omdat hun hart niet volledig uit Egypte gegaan was. Zij hadden niet voldoende beseft of begrepen wat de betekenis was van datgene wat een afbeelding was van dat kostbare bloed van het Lam dat geslacht was. Pas toen ze het land binnenkwamen, door de Jordaan, wat weergeeft wat Christus in Zijn kruis voor hen gedaan heeft, en te Gilgal kwamen, de plaats van de besnijdenis, werd de smaad van Egypte van hen afgewenteld. Op die plaats waar gesneden wordt, waar het kruis in het vlees binnendringt, waar het lichaam des vlezes wordt afgelegd, wordt de smaad afgewenteld. Wat is de smaad van Egypte? De profeet Zefanja zegt: “Ik heb gehoord het gesmaad van Moab en het gehoon der Ammonieten ...” Wat doen deze volken? Zij kijken neer op Gods volk en minachten hen vanwege hun zwakheid, omdat ze hun doel niet schijnen te bereiken. Van hun standpunt uit gezien is de hele tocht door de woestijn een fiasco. “Jullie hebben Egypte verlaten om naar Kanaän te gaan en jullie zijn al veertig jaar onderweg!” Zwakheid, hulpeloosheid, falen en de vijand die de sterke plaats inneemt! De smaad ligt op hen omdat ze niet hadden ingezien dat het bloed ten diepste een volledige afsnijding van Egypte betekende, een volledige overgave aan God van ganser harte. Zij hadden niet gezien dat het betekende dat ze nu aan de kant van God stonden, samen met Hem; niet langer aan deze kant waar ze vraagtekens bij God zetten, maar aan Gods kant met Hem. Als je daar komt waar je de volledige betekenis van het kruis ziet — een totale afsnijding van Egypte, een totale afsnijding van de wil van het vlees, van de vleselijke gedachten, van het vleselijk hart en je staat volledig aan Gods kant —, dan is er overwinning. Voor die tijd neemt satan de machtspositie in, maar als je daar komt wordt de smaad van Egypte afgewenteld. Dan kom je binnen in het land, de plaats van gezag en ga je voort van kracht tot kracht. Dit is zo duidelijk in deze Oudtestamentische illustratie. Dat is in principe Openbaring 12: 11. “En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood. Daarom verheugt u, gij hemelen ...”
Een verdeeld hart
Het probleem van velen van ons, geliefden, is dit verdeelde hart. We zijn niet zeker, niet absoluut zeker van de Here, van onze eigen positie, van het getuigenis waarvoor we staan en misschien over spreken. We hebben geen volle zekerheid. Diep in ons hart hebben we allerlei vraagtekens. Ongeacht wat wij in het openbaar en tegen anderen hierover zeggen, God kent de geheimen van ons hart, of wij in deze zaak absoluut waar zijn in het verborgene met Hem. Er is geen overwinning mogelijk, Gods doel kan onmogelijk in ons gerealiseerd worden een volk dat een priesterlijke bediening vervult in het Koninkrijk van onze God en Zijn Christus — tenzij wij een absoluut onverdeeld hart voor God hebben met betrekking tot Zijn getuigenis. De allesbeheersende vraag is: zijn we volkomen voor Hem of slechts gedeeltelijk, half misschien of driekwart? Heeft Egypte nog aantrekkingskracht? Toen het volk Israël in de woestijn was, was er nog steeds die aantrekkingskracht van Egypte, die een deel van hun hart in beslag nam! “Hier in de woestijn is alles onzeker. We weten nooit waar we morgen ons voedsel vandaan moeten halen. In Egypte was er tenminste zekerheid. Wij wisten wat ons programma was. Wij wisten waar wij aan toe waren. Wij moesten wel hard werken, maar wij waren zeker van ons voedsel.” Hier in de woestijn ben je gedwongen van God afhankelijk te zijn en dat is een hachelijke zaak. Is dat zo? God is zekerder dan Egypte. Er zijn christenen die vinden dat deze wandel in geloof zo onzeker is. Je weet nooit wat de Heer nu weer gaat doen, wat er nu met je gebeurt. In de wereld heb je tenminste nog vaste grond onder je voeten. Dit vlees wil een tastbare, vaste grond onder de voeten hebben. Met dit hemelse leven weet je het nooit! Maar ken je dan de Hemelse wel?
Ik wil u iets vragen. Als u uzelf aan God hebt toevertrouwd, u volledig hebt toegewijd aan de Here, als u iets van Hem gezien hebt en gehoorzaam bent geweest aan het licht dat Hij u gegeven heeft, gelooft u dan dat u, als u in de heerlijkheid komt, tegen de Heer kunt zeggen: “U hebt mij bedrogen, mijn leven is geruïneerd, ik heb het mis gehad”? Is dat mogelijk? Ik geloof het niet. Ik geloof dat, wat de aanklager ook over ons kan zeggen en wat anderen ook mogen zeggen over ons, als we in het verborgene eerlijk voor Hem zijn, als we door het kostbare bloed afgesneden zijn van onze eigen wil, onze eigen weg, onze eigen plannen, van ons hoogste ideaal, en in Hem ons vertrouwen stellen en het licht volgen dat Hij ons geeft, wij dan niet bedrogen uitkomen. Dan zullen we moeten zeggen: “Here, U bent goed geweest voor ons. U hebt ons doen treden op een effen weg om te gaan naar een stad ter woning!” De Here zal de volle verantwoordelijkheid aanvaarden als wij afgesneden zijn van onszelf en van alle persoonlijke en wereldse interesses en volledig voor Hem zijn.
De kroon verliezen
Egypte is voor sommigen de grond van slavernij en nederlaag. Ook al zijn we kinderen van God, gekocht door het bloed van de Here Jezus, en al hebben we de verlossing ontvangen, toch kunnen wij voortdurend in nederlaag leven, omdat we niet voldoende de betekenis van dat kostbare bloed verstaan hebben. Ik geloof dat er velen zullen zijn die dat, wat God voor hen op het oog heeft als een speciale roeping in Zijn hemelse Koninkrijk, zullen verliezen, omdat ze nu niet volledig aan God toegewijd zijn. Ik geloof niet dat wij zonder meer hierin binnen gebracht worden willens of onwillens. Als je als gelovige de wereld wilt, al is het maar een klein beetje, kun je dat hebben, maar dat zal dan wel ten koste gaan van dat waarvoor God jou in het bijzonder geroepen heeft. Je verliest die wonderbare roeping voor het hemelse Koninkrijk. Paulus had dat op het oog, Paulus jaagde ernaar en gaf alle dingen prijs voor dat doel, om Zijn hemelse Koninkrijk te mogen beërven. Er zijn veel christenen die dat zullen verliezen omdat ze niet in alles de weg met de Heer willen gaan. Ze verliezen hun behoudenis niet, maar wel die specifieke roeping in heerlijkheid en eer. Ze verliezen deze omdat ze de volle betekenis van het bloed niet gezien en geëerd hebben in een totale toewijding aan de Here. Ja, in die zin zullen ze achtergelaten worden. Maar degenen die doorgaan, die in beproeving overwinnen, zijn zij die overwinnen door het bloed van het Lam in deze tweede betekenis, de volledige toewijding van de Here Jezus aan de wil van Zijn Vader, zelfs tot in de dood. Zij staan daar op grond van de verdienste van Zijn toewijding en maken door Zijn genade hun toewijding even volkomen als de Zijne. Wij zullen nooit hoeven op te geven wat Hij moest opgeven in Zijn gehoorzaamheid aan de wil van God. Waar de Heer naar zoekt, geliefden, is een volk dat volledig aan Zijn kant staat, met een onverdeeld hart. En dat is de grond van onze overwinning en van de nederlaag van de satan.
Hier wil ik het wat dit punt betreft bij laten. O, dat wij toch mochten zien dat het bloed van het Lam in zijn absolute volmaaktheid, heiligheid en zondeloosheid, als een uitdrukking van Zijn wezen, Zijn natuur, Zijn volledige overgave, Zijn buigen voor de wil van Zijn Vader, de grond is waarop wij moeten staan. Dit moeten wij ons toe-eigenen door geloof en daaraan vasthouden. Maar het is bovendien een wapen tegen de vijand.
Het bloed als wapen
De draak is de aanklager. Onze strijd is tegen de verslinder. Alle ware geestelijke mensen weten dat; sommigen meer dan anderen missschien. Als hij ons kan verslinden, zal hij dat zeker doen. Ik geloof dat hij er op uit is ons lichaam en onze ziel met de dood te treffen als hij dat zou kunnen. Hoe meer we gaan zien van Gods plan' met ons betreffende dat hemelse Koninkrijk en die priesterlijke bediening in het hemelse Koninkrijk met betrekking tot de troon, hoe meer we ons bewust zullen zijn van de onmiddellijke nabijheid van de draak, van hem die onze gedachten, ons lichaam met de dood wil treffen. Hoe dichter we bij de roeping van het mannelijk kind komen, hoe dichter we ook bij de draak komen en ons bewust worden van het element van de dood waarmee hij ons omsingelt. We roepen dan om bevrijding en zeggen: “Dit is het leven niet, dit is de dood!” Leggen wij ons daarbij neer? Het is de dood, maar waar is de kracht van het bloed? We kunnen dat dodelijke element weigeren op grond van dat machtige vergoten bloed. “Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam ...” Wij accepteren de dood niet, vanwege dat bloed. Misschien begrijpen sommigen dit verkeerd. We zeggen niet dat we niet naar het graf zullen gaan als de Heer nog toeft te komen, maar dat betekent niet dat we de dood aanvaarden. Wij kunnen sterven en lichamelijk het graf ingaan, maar dat kan overwinning zijn en geen nederlaag! Wij leggen ons niet neer bij de dood. Geestelijk en mentaal zie je die dood op je afkomen, die je probeert te grijpen wanneer je meer ziet van het uiteindelijke doel van God in het getuigenis van Jezus Christus. Maar wees dan niet bevreesd, geliefden. Weersta de tegenstander, de verslinder. Geprezen zij God dat er nog een grotere verslinder is dan hij. De dood zal verslonden worden.
Tegen de draak, tegen de aanklager, tegen de verleider is het bloed genoeg, toereikend. Maar er moet wel een duidelijke en actieve toe-eigening van de volle kracht en betekenis van dat bloed zijn, en een staan daarop. Dat bloed moet als een actief wapen ter hand genomen worden. O, dat er hier en nu zulke christenen mochten zijn, die de kracht van het bloed kennen en zich toe-eigenen. Die niet in de kracht van het vlees, maar ontledigd van het zelfleven, in alle nederigheid en zwakheid en niets-zijn in zichzelf, staan in Zijn verdienste, de kracht van Zijn bloed. Christenen die opstaan en dat machtige wapen hanteren tegen de werking van de dood die we overal om ons heen zien, en zo het doel bereiken dat God op het oog heeft. Dat is wat nodig is in onze tijd, zo'n volk.
Moge de Here dit duidelijk maken in ons hart, zodat dit niet alleen maar een toespraak zal zijn, maar een oproep van de Geest van Christus die ons hierin binnen wil brengen door actief gebed. Denk aan uw grond, vergeet uw wapen niet. Denk eraan dat alle ontlediging van het zelfleven, de verzwakking, het afbraakproces, de tuchtiging, de discipline, bedoeld is om u naar een effectieve plaats te brengen. Daar is geen plaats voor trots, noch voor zelfvoldaanheid of eigen kracht. Voor niets anders dan voor het kostbare bloed.
Zwakheid is geen hulpeloosheid. Hulpeloosheid van onze kant is geen wanhoop. Nee, het opent de weg voor het bloed om in al zijn doeltreffendheid werkzaam te zijn.
T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.